Er zijn verschillende redenen om een castratie van je reu te overwegen. Bij het castreren van een reu halen we de testikels weg die testosteron maken. Deze testikels kunnen dan op latere leeftijd niet meer kwaadaardig worden. Het hormoon testosteron is verantwoordelijk voor veel seksueel ongewenst gedrag zoals het op zoek gaan naar teefjes, territoriale plasjes doen en seksuele agressie. Dit gedrag kan afnemen, maar blijkt in sommige gevallen niet helemaal te stoppen. Het castreren van honden blijkt agressiviteit met andere onderliggende oorzaken zoals (verlatings-)angst zelfs te verergeren. Ook kan bij sommige rassen na castratie bepaalde rasgebonden ziektes zich sneller ontwikkelen.
Er is in 2018 onderzoek gedaan bij maar liefst 6200 reuen naar de relatie tussen castratie en agressiviteit bij honden. Het blijkt dat door castratie agressiviteit bij honden kan afnemen maar alleen als dit gedrag van een seksuele aard is. Er kunnen namelijk nog andere onderliggende oorzaken van agressiviteit zijn, zoals angst. Na castratie verergert de angst omdat honden zonder de testosteron in de puberteit veel meer moeite hebben om te leren omgaan met angst. Ook helpt castreren niet tegen bijvoorbeeld het opspringen van mensen, druk zijn, trekken aan de lijn, of verlatingsangst. Het blijkt uit onderzoek wel dat van alle bijtincidenten thuis, deze het meeste veroorzaakt worden door ongecastreerde honden.
Uit een ander onderzoek, uitgevoerd in 2020 blijken er een aantal rasgebonden ziektes meer voor komen na castratie. Zo blijkt dat na castratie sommige rassen meer kans hebben op kruisband scheuringen, heup dysplasie en elleboog dysplasie. Ook zien we soms meer toename in bepaalde kankersoorten als lymfoom, mastiocytoom, hemangiosarcoom en osteosarcoom. Daarom is het ook goed te kijken naar wat van wat voor ras je hond is.
Bij de Doberman Pincher blijkt dat na castratie er een significante stijging is in het risico op een bepaalde soort kanker. Daarom is het advies de mannetjes intact te laten, of te castreren voordat ze 1 jaar worden.
Bij de teckels komen er veel hernia’s voor doordat ze een lang uitgerekt lichaam hebben. Het maakt echter niet uit of je de mannetjes castreert of niet in de kans op het krijgen van deze ziekte. Ook is er geen extra kans op andere gewrichtsafwijkingen of kanker wanneer je ze castreert. Daarom mogen deze altijd gecastreerd worden indien dit wenselijk is, en zal dit geen extra gezondheidsrisico opleveren.
Bij de boxer zien we geen stijging van gewrichtsproblemen na castratie. Echter zien we wel veel meer kans op kankersoorten wanneer we de castratie eerder dan 2 jarige leeftijd uitvoeren. Wil je daarom je Boxer laten castreren, adviseren wij ze eerst minimaal 2 jaar te laten worden.
De Beagle reu, Boston Terrier en Border Collie willen we liever eerst 1 jaar laten worden voordat we gaan castreren, omdat we anders iets meer gewrichtsproblemen kunnen krijgen op latere leeftijd.
Kleinere hondjes zoals de Jack Russel Terrier, Miniatuur Schnauzer, Pomeriaan, Maltezer, West Higland White Terrier, mopshond, Shih Tzu, Chihuahua blijken geen verhoogde kans op ziektes te hebben na castratie en kunnen gecastreerd worden zodra de eigenaar dit wenst.
De Golden Retriever blijkt meer kans op gewrichtsaandoeningen en kanker te hebben bij te vroeg castreren en wordt geadviseerd op pas na 1 jarige leeftijd deze operatie uit te laten voeren.
Omdat honden na castratie rustiger worden, kan het ook zijn dat ze sneller aankomen. Als baasje is het dus erg belangrijk bij een gecastreerde hond om te kijken naar de hoeveelheid en kwaliteit van de voeding om overgewicht te voorkomen. Bij de dierenkliniek kunnen we u helpen om zo bijvoorbeeld vervroegde gewrichtsslijtage of suikerziekte te voorkomen wat kan ontstaan bij overgewicht.
Mocht u een reu aangeschaft hebben van een ras dat we hier niet vernoemen? Of heeft u nog meer vragen na het lezen van deze blog? Neem gerust even contact op voor een persoonlijk advies!
(bron: ‘assisting decision-making on age of neutering for 35 breeds of dogs’ B.L. Hart 2020. ‘Behavioral risks in male dogs with minimal lifetime exposure to gonadal hormones may complicate population control benefits of desexing Paul D. McGreey 2018)